Inleiding - Anatomie van de nek
Collum betekent “nek” of “hals”.
Via een kort overzicht van de anatomie van de nek, krijgen we zicht op de structuren die bij de Collumbehandeling een belangrijke rol spelen.
De halswervelzuil bestaat uit zeven wervels: C1 tot C7. ( C= afkorting van Cervicaal ).
We onderscheiden hierin twee zones:
1. Het AAO gebied
Het AAO-gebied is een afkorting voor het Atlanto-Occipitaal gebied, waarbij Atlanto verwijst naar de Atlas (C1), en Occipitaal verwijst naar de Occiput (Latijn voor schedel). De eerste twee halswervels , de Atlas en de Axis, hebben functies die helemaal afwijken van de andere wervels en zijn onderling niet verbonden door een tussenwervelschijf. De Atlas (C1) is een benige ring met bovenaan twee komvormige gewrichtsvlakken waarin hij het hoofd draagt (het hoofd van een volwassene weegt ongeveer vier tot zes kilo). Dit eerste gewricht (het atlanto-occipitaal of cranio-cervicaal gewricht) wordt ook wel het ja-gewricht genoemd: het maakt ja-knikken mogelijk. Tegelijk vormt de aard van dit gewricht een versperring voor rotatie. We kunnen met dit gewricht ongeveer 15 graden voor- en achterwaarts knikken.
De Axis (C2) heeft een tand (Latijn: dens) die vooraan in de atlasring positioneert, en twee gewrichtsvlakken met de Atlas. Deze structuur vertegenwoordigt het tweede gewricht van de halswervelzuil en maakt draai- bewegingen mogelijk: links en rechts tot 45 graden. Dit is het nee-gewricht. Voor- en achterwaartse bewegingen zijn hier slechts heel miniem mogelijk. De derde halswervel (C3) is via een tussenwervelschijf met de Axis (C2) verbonden, en laat duidelijk bewegingen van het ja- en nee-gewricht extra toe. Hij behoort daardoor (meer dan de volgende vier halswervels) bij de eerste twee halswervels. Zo vormen C1, C2, C3 en het gewricht van C1 met de schedel samen het AAO gebied van de halswervelzuil.
2. De halswervels C4 tot C7
De halswervels C4, C5, C6 en C7 lijken – wat betreft vorm en functie – heel sterk op de overige wervels van de wervelzuil.
Het Ruggenmerg
Binnenin hebben de wervels hun doorgang voor het ruggenmerg en bewegingen onder normale omstandigheden zijn hiervoor geen belemmering. Idem voor de bloedtoevoer die door openingen in de dwarsuitsteeksels van de halswervels loopt.